- In de jaren tachtig van de vorige eeuw was Japan de grootste economische bedreiging voor de Verenigde Staten, totdat er dingen misgingen in het land.
- Sommige economen zien zorgwekkende overeenkomsten tussen het huidige China en het Japan van toen.
- China wordt geconfronteerd met torenhoge schulden, een vergrijzende bevolking, een vijandig Amerika en mogelijk een financiële crisis.
ANALYSE – We beginnen met een quizopdracht: benoem dit land in Azië. Het heeft een snel groeiende economie die rijk is geworden door export. Het heeft grote schulden, maar trekt ook veel investeringen aan. Het land heeft een opgeblazen vastgoedmarkt. De economische macht van dit land bedreigt die van de Verenigde Staten.
Geraden? Ja, het kan het China zijn van nu, maar ook het Japan van de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Japan werd destijds geroemd als economisch wonder én de grootste bedreiging voor de economische dominantie van de Verenigde Staten.
De economie van Japan groeide vanaf de jaren 1960 gemiddeld met 10 procent per jaar en daarmee veroverde het land in de jaren tachtig de plek van de op één na grootste economie van de wereld. Giganten als Toyota en Sony dreigden hun Amerikaanse concurrenten Ford en General Electric van de troon te stoten.
En toen.... ging het mis met Japan. Want in 1989 barstte een gigantische vastgoedzeepbel uiteen in Japan. Het markeerde het einde van het Japanse economische wonder en het begin van een financiële crisis die Japan verlamde aan het begin van de jaren negentig. Een 'verloren decennium' waarin de economie stilstond.
Sindsdien is 'japanificatie' de aanduiding geworden voor het fenomeen van langdurige economische stagnatie en structureel dalende prijzen, ofwel deflatie.
De groeiende overeenkomsten tussen het huidige China en het Japan van de jaren 1980 baart sommige economen zorgen. Net zoals Japan destijds wordt China geconfronteerd met grote schulden, een snel vergrijzende bevolking, een vijandige houding van de VS en dreigt er een financiële crisis. De gigantische en jarenlang groeiende vastgoedbubbel in China lijkt op barsten te staan.
"Het idee dat China de VS gaat inhalen als 's werelds grootste economie, is iets dat naar mijn mening nooit meer gaat gebeuren", vertelt beursstrateeg Mike Riddell van vermogensbeheerder Allianz aan Insider.
Zwakkere groei in China is het laatste dat de wereld nodig heeft de komende jaren, aangezien dat land de afgelopen jaren verantwoordelijk is geweest voor 30 procent van de wereldwijde economische groei.
Een economische neergang van China zou zelfs kunnen leiden tot de 'japanificatie' van de hele wereldeconomie. Economen maken zich om een aantal redenen zorgen om een 'verloren Chinees decennium.'
Een vastgoedbubbel die barst en problemen met hoge schulden
De Japanse vastgoedbubbel groeide in de jaren tachtig tot zulke proporties dat huizenprijzen er tot op de dag van vandaag nog niet van hersteld zijn.
De grafiek hieronder laat zien hoe ook Japanse bedrijfsschulden astronomisch groeiden tussen de jaren tachtig en negentig:
Als we doorspoelen naar het heden, is te zien dat China al jaren schulden maakt en daarmee snelle economische groei voedt, vooral in de vastgoedsector die verantwoordelijk is voor dertig procent van het nationaal inkomen.
Het probleem is echter dat een van China's grootste vastgoedontwikkelaars, Evergrande, op de rand van faillissement balanceert en een schuld heeft van 300 miljard dollar. Geen enkel bedrijf in de wereld heeft zoveel schulden. Het bedrag komt overeen met zo'n 2 procent van het Chinese nationaal inkomen. Bovendien duiken er ook bij andere Chinese vastgoedontwikkelaars problemen op.
De dreigende implosie van Evergrande vindt plaats tegen de achtergrond van een Chinese overheid die strenger optreedt tegen bedrijven met excessieve schuldposities, in een poging om de economie 'te herbalanceren' naar groei die sterker gebaseerd is op de binnenlandse consumptie.
Economen denken dat China het huidige groeimodel, dat sterk leunt op de export en vastgoedinvesteringen, niet heel snel kan ombuigen. Het Internationaal Monetair Fonds schat dat de economie tegen 2025 jaarlijks rond de 5 procent zal groeien. Tot 2010 groeide de economie met gemiddelde 10 procent per jaar en in het afgelopen decennium zakte dat naar een jaarlijkse groei van ongeveer 7 procent.
Economen van denktank The Atlantic Council vermoeden dat de economische groei van China nog sterker vertraagt. Zij voorspellen een jaarlijkse groei van maximaal drie procent tegen 2025. Dat begint verdacht veel te lijken op Japan in de jaren negentig.
Kevin Lai, econoom bij Daiwa Capital Markets, ziet al "grote paniek en stress" in delen van het Chinese financiële systeem, vertelt hij aan Insider. Obligaties in de vastgoedsector hebben veel van hun waarde verloren, waardoor het moeilijker is voor Chinese bedrijven om geld te lenen.
Analisten op Wall Street hopen dat de Chinese overheid kan voorkomen dat de crisis op de vastgoedmarkt overslaat naar andere delen van de wereld, maar Lai denkt dat dit niet te voorspellen valt. "Ik denk dat financiële markten ver achterlopen op de realiteit.... die heeft nog wat verrassingen in petto voor ons."
Een vergrijzende bevolking
Een van de grootste problemen van de Japanse economie in de jaren negentig was de sterk vergrijzende bevolking. Vergrijzing zorgt ervoor dat de beroepsbevolking kleiner wordt in verhouding tot de groep die men pensioen is, wat een rem kan zetten op de economische groei. Stijgende pensioenkosten en het betaalbaar houden van sociale voorzieningen leggen dan forse druk op de overheidsbegroting.
In 2015 bereikte de omvang van de beroepsbevolking in China een piek. Sindsdien is sprake van een daling, als gevolg van de jarenlang doorgevoerde eenkindpolitiek die geboortecijfers omlaag heeft geduwd.
De groei van China sinds de jaren 1990 hang nauw samen met de overvloedige beschikbaarheid van goedkope arbeidskrachten die een industriële boom mogelijk maakten. De trek van het platteland naar de stad zorgde voor een enorme urbanisatiegolf, maar inmiddels neemt het aandeel van Chinezen tussen de 15 en 65 jaar oud in verhouding tot de totale bevolking af.
De demografie in China zal de komende jaren sterk lijken op die van Japan:
Volgens beursstrateeg Riddell van Allianz is "China's demografische tijdbom afgegaan." De demografische problemen zullen volgens hem hand in hand gaan met de zorgen over schulden en China zal minder in trek zijn bij buitenlandse investeerders, als de economie vergrijst en minder hard groeit.
Spanningen met de VS
De rijzende economische ster van Japan leidde in de jaren tachtig van de vorige eeuw tot onrust in de VS. Academici publiceerden werk met titels als 'Japan als nummer 1' en 'De opkomst van de Japanse Superstaat'. Tijdschrift The Atlantic schreef zelfs over het 'inkapselen van Japan.' De VS zette destijds om die reden druk op Japan.
De afgelopen jaren is de relatie van de VS met China nog een stuk sterker onder druk komen te staan. In 2018 lanceerde toenmalige president Donald Trump een handelsoorlog tegen het land. Op miljarden dollars aan Chinese goederen werden hogere invoertarieven geheven. De huidige president, Joe Biden, voert in de praktijk min of meer de zelfde koers als zijn voorganger.
Economen zijn bang dat er een ontkoppeling zal plaatsvinden van 's werelds grootste economieën, de VS en China. Dat zou het einde betekenen van een relatie die jarenlang de spil was van wereldwijde economische groei.
Als de overgang van China naar een industriële samenleving op dezelfde manier eindigt als in Japan, met hoge schulden, snelle vergrijzing en trage economische groei, moeten we op zoek naar een betere beschrijving van dit fenomeen dan 'japanificatie'.